Eilanden, tombes, kleren en strand

Vanuit Sapa, waar ons laatste reisverslag eindige, hebben we de nachtbus naar Ha Long City gepakt, vanuit waar we naar Cat Ba wilden varen met de boot. Cat Ba is een eiland voor de kust van Vietnam, grenzend aan Ha Long Bay, dat bekend staat om een uniek landschap van rotsen die uit de zee omhoog komen. Uiteraard stopte de bus niet op een al te logische locatie maar was er een aardige man die aangaf dat we per minibus naar de haven zouden worden gebracht of naar het centrum van Ha Long City. Dit zat bij het busticket in en was dus gratis. Opvallend was dat dit alleen voor ons en 2 Duitsers gold en niet voor de lokale bevolking, die keurig op de stadsbus moest wachten. In de auto (niks geen minibus) bleek al gauw dat de beste man een broer had die tourtjes aanbiedt in Ha Long Bay en dat hij zelf een hotel heeft in Ha Long City. De keus was dus op een tourtje bij z'n broer of een overnachting in z'n hotel. Lastig, lastig, want wij wilden dezelfde dag nog naar Cat Ba, om daar een hostel te zoeken. Gelukkig werd ons een hoop ellende bespaard door de Duitsers, die de tour van de man zijn broer wel zagen zitten en konden wij zonder al te veel moeite op zoek gaan naar de ferry naar Cat Ba.

Cat Ba is prachtig. Het dorpje mag dan wel ietsjes te toeristisch zijn (zoals eigenlijk alle toerischtische attracties in Vietnam, want waar buitenlanders zijn wil iedereen geld verdienen), maar de natuur op het eiland is fantastisch. Op dag 1 (na een nacht slaap) hebben we direct een brommertje gehuurd en zijn we het eiland en 2 grotten gaan verkennen. De Hospital Cave, gebruikt door de Vietcong tijdens de Vietnamoorlog hebben we bezocht met een gids (30.000 Dong per persoon), wat best leuk was. David vond de man dusdanig leuk uitleggen dat er een fooi tevoorschijn kwam van 10.000 Dong. Dat is ook direct de laatste keer dat we ergens fooi geven, want zo bleek achteraf, een rondleiding door de grot, inclusief gids kost maar 15.000 VND p.p. Het gevoel van continue overal te worden afgezet werd daarmee weer lekker aangewakkerd en het speelt ons tot op heden nog regelmatig parte.

De tweede dag op Cat Ba zijn we met een tourbootje de baai ingegaan, waar we de vele eilanden van dichtbij mochten bekijken, door grotten heen kayakken, ons kapot eten tijdens de lunch (want ja, de tour begon om 08:00 uur 's ochtends, en om dan van te voren nog te ontbijten... haha) en het eindigde met zwemmen bij een prive strand. Dat laatste leverde een leuk tafereel op, want het was blijkbaar vloed geworden, wat betekende dat ons strand een halve meter onder water stond :)

Dezelfde dag begon ook een nationale feestdag (3 dagen feest), want het was de geboortedag van Ho Chi Minh. Blijkbaar trekt het halve land tijdens deze dag naar Cat Ba, want we werden ons Hostel uitgeschopt en konden dus op zoek gaan naar een nieuwe plek. 35 ho(s)tels later hadden we eindelijk een overnachtingsplek gevonden op een slaapzaal tussen andere backpackers en een gekke Vietnamees die 's nachts aan het bellen was en om half zeven 's ochtends een film ging kijken op z'n tablet met geluid aan... Zo zien we nog eens wat nieuws.

De volgende dag zijn we op de tandem vertrokken naar het nationale park. Nog nooit zijn we een dusdanig grote attractie geweest. Mensen draaiden zich om op de scooter, keerden om, stapten af, en dat allemaal om een mooie foto te maken van 2 mafkezen die de heuvels van het eiland probeerden te bedwingen op een veel te kleine tandem. De trektocht die we hebben gemaakt in het park was een pittige. Heuvel op, heuvel af over treden die in de rotsen zijn uitgehakt. De route eindigde bij de kikkervijver, waar we maarliefst 2 kikkers hebben gezien haha. De grote oranje krabben, duizenden vlinders en slang die onderweg ons pad kruisden hebben meer indruk gemaakt.

Met de speedboot zijn we daarna vertrokken terug naar Hanoi, vanuit waar we de Parfum Pagoda hebben bezocht, een mooi tempelcomplex ten zuiden van de stad met als hoogtepunt een grote grot ingrericht als Boeddhistisch heiligdom. Daarna vervolgde onze reis zich naar Hue, en verlieten we eindelijk het hoge noorden van Vietnam. Hoewel Hue opzich prachtig is met de citadel en koninklijke tombes die zich buiten de stad bevinden, hebben we hier door de extreme hitte niet goed van kunnen genieten. Op de brommer naar de tombes toe was heerlijk, maar om met volle zon en een graad of 40 op de termometer toeristje te spelen is toch moeilijk. Op de weg terug bleek dat de benzinetank bijna leeg was. Stiekem verdenken we de parkeerwachter bij de Minh Manh tombe, waar we 'gratis' mochten parkeren van benzinediefstal. En jawel, op een kleine kilometer afstand van de brommerman hield ons brommertje er mee op. Gelukkig kan je in Vietnam om de vijf meter benzine halen in een oude colafles en zo heeft David voor 12.000 Dong (35 cent) 0,2 liter benzine gehaald waardoor we ons eindpunt net konden bereiken. Wat blijkt is dat de brommerverhuurmannen het meest verdienen aan te veel getankte benzine. Door in de tank te blazen en er een slangetje in te steken loopt de hele tank leeg in jawel... een colafles. Aan ons dus een keer niks verdiend :)

Na Hue kwamen we in Hoi An, waarvan de binnenstad zich nog in de stijl van de Franse kolonisten begeeft, en die vooral 's avonds een leuke sfeer heeft met veel lampionnen, brandende kaarsjes en verlichte terrasjes en huizen. Hoi An is vooral bekend om de kledingindustrie, en veel westerlingen komen hier dan ook heen om hun garderobe te laten vullen. Wij konden natuurlijk niet achterblijven en hebben een blouse (voor David) en een jurk (voor Ilse) op maat laten maken. Leuk om een keer mee te maken hoe ze de vormen van je lichaam opnemen en dat alles voor minder geld dan je in Nederland bij de C&A een random L-letje koopt.

Na 3 dagen hadden we het toch wel gezien in Hoi An, want zo bleek, er zijn slechts 5 soorten winkels in de stad: Kledingwinkels, touristenbureaus, gallerijen, souvenirwinkels en restaurants. En van al die een stuk of 300. Met de nachtbus zijn we daarna verder gegaan naar Nha Trang, waardoor we ons inmiddels in het zuidelijke deel van Vietnam bevinden. Nha Trang is een badplaats die wonderbaarlijk genoeg vooral bij Russen populair is. De meeste informatie is dan ook naast het Vietnamees in het Russisch te vinden. Gelukkig komen er tegenwoordig steeds meer Engelssprekenden, want Nha Trang is een vaste stop voor iedereen die een open-bus ticket in z'n bezit heeft (waarmee je van Hanoi naar Ho Chi Minh City (of v.v.) reist en tussendoor bij de toerischtische plaatsen kan uitstappen zolang je maar wil). Het weer is nog niet echt beter geworden (temperaturen 's middags van 40 graden) wat leidt tot volle stranden in de ochtend vanaf 6 uur en de namiddag vanaf 16 uur. Tussen de middag vluchten we zelf dan ook graag een gekoeld winkelcentrum of Lotteria binnen (jawel, de lokale fastfoodketen die z'n oorsprong vindt in Zuid Korea :) )

We blijven hier in Nha Trang nog 2 nachten en gaan dan door naar Dalat, dat iets meer in het binnenland ligt en ook wat hoger (koeler??) ligt dan de steden langs de kust. We hebben met Dalat en het zuiden van Vietnam nog veel moois in het verschiet liggen, maar gaan eerst nog een dag chillen op het strand! ;)